Sprakeloos
Ik sprak in stilte vrij en ongestoord
toen mijn nachtrust werd verstoord.
Ik dacht na over mijn zwarte daden
witgewassen door Zijn rode draden
en verweven doorheen mijn leven.
Slechts één antwoord is gegeven.
Slechts één daad van liefde telt.
Hij die sprakeloos werd geveld
en dit vergevend liet gebeuren.
Hij wil niet dat mensen treuren
maar zich hullen in Zijn deken
en vertroostend tot ieder spreken!
Maria Segers 14 februari 2011
Bijbelse overdenking:
Psalm 39 Klein voor God/ Sprakeloos
vers 3a Ik was verstomd,
sprakeloos,
vers 6b mijn levensduur is
als niets voor U,
vers 7b als een ademtocht
suist de mens weg,
zij garen
bijeen en weten niet, wie het tot zich nemen zal.
vers 8 En nu, wat verwacht
ik, Here? Mijn hoop, die is op U!
Ieder mens is slechts
een ademtocht. Sprakeloos staan we tegenover onze Grote God. We willen ons
beheersen, onze tong in bedwang houden, we wensen het goede te doen…maar we
doen slechts het kwade…in eigen kracht zijn we niets en kunnen we niets doen.
De Heer weet alles over
mij en slechts tot Hem kan ik uitroepen: leer mij mijn dagen zo tellen dat ik
een wijs hart bekom! Mijn dagen zijn hier zo vlug voorbij en alles is zo
vergankelijk. We proberen te verzamelen, geld te sparen voor het geval ons iets
overkomt…maar we weten niet eens hoe lang we zullen leven en voor wie het na
ons zal zijn! Niets is hier blijvend. Alles hoe schoon ook, zal eenmaal
vergaan! We liggen te strijden en te vechten om het goed te doen en om straffen
te ontwijken, maar we constateren elke dag meer en meer dat we slechts
sukkelaars zijn en we hebben verdriet omdat we het toch nooit perfect genoeg
kunnen doen! We kunnen slechts besluiten dat we straf verdienen en roepen dan
God om hulp.
Gelukkig mogen we onze
hoop richten op Hem die ons reeds voorging als “De Mensenzoon” en Hij werd als
een Lam ter slachting gevoerd, Hij deed Zijn mond niet open. Maar op het kruis
riep Hij uit: Vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen! Daar heeft Hij
de “bergen schuld” betaald van iedere mens! Slechts op Hem is onze hoop
gevestigd en van Hem is hetgeen wij “verwachten” en dat alleen kan ons rust
geven en blij maken. Naar Zijn komst mogen we uitzien, want Hij heeft ons gered
van de ondergang. Ons leven dat slechts “een ademtocht” is en “enige
handbreedten lang” (vs. 6) stelt niets voor in de ogen van de Heer.
De dwaas zegt in zijn
hart: Er is geen God…maar wij mogen uitroepen: stel mij niet tot een smaad voor
de dwaas (vs.9)…want mijn hoop is op U, Heer. Mijn kracht is in U, Heer!
De dwaas beseft niet
hoe hulpeloos en klein hij is in de ogen van God…maar gelukkig is de mens die
kan zeggen in zijn hart: Hij wendde Zijn straffende blik van mij af en nu mag
ik mij verblijden omdat ik mijn zonden aan Hem kon belijden en Hij vergaf en
redde mij!
Gebed: Bedankt Heer dat wij niet verstomd of sprakeloos meer hoeven te
staan voor U, omdat wij onze hoop hebben gesteld op Hem die voor ons spreekt
ten goede bij U en van Hem is onze verwachting, in Hem kunnen wij ons
verblijden en aan Hem onze zonden belijden. Hij heeft ons vergeven! We vallen en kunnen weer opstaan. U maakte
Uzelf eens klein terwijl U groot was, opdat wij groot kunnen worden in U, al
zijn we klein!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten