dinsdag 19 augustus 2014

Uithuiszetting (bijbelleesrooster)


Uithuiszetting (bijbelleesrooster)

Neh.13:4-14

Nehemia 13:8 en 9  Ik was zeer ontstemd en wiep al de huisraad van Tobia het vertrek uit. Op mijn bevel reinigde men de vertrekken, en ik bracht het gerei van het huis Gods, het spijsoffer en de wierook daarin terug.
Iemand die uit zijn huis wordt gezet, vinden we natuurlijk wel erg. We kunnen ons dan afvragen wat de oorzaak daarvan is. Soms is het door onhygiënische redenen zoals teveel ongedierte bv. van vlooien en dan moet dat huis grondig ontsmet worden en gereinigd. Soms is het doordat de mensen hun huis niet meer kunnen afbetalen omdat ze te grote schulden hebben of door ziekte en dan worden hun goederen in beslag genomen en moeten ze elders een onderkomen vinden. Soms is het door oorlog of uitbuiting of overstromingen enz.dat mensen uit hun huizen moeten vluchten.
In dit geval is de oorzaak van de uithuiszetting van Tobia echter Eljasib, die een priester was en was aangesteld om goed voor de vertrekken van het huis van God te zorgen, zodat alles volgens de wet van Mozes zou geschieden…maar die zijn bloedverwant: Tobia, die een Ammoniet was en een vijand van Gods volk, enigszins voortrok. Deze priester richtte voor hem een groot vertrek in, waarin van tevoren alles wat bestemd was voor het huis Gods werd ondergebracht.
 
Dat was niet naar de zin van Nehemia, die een grote ijver voor God en de wet bezat. Nehemia smeet daarom al het huisraad van Tobia uit dat vertrek en reinigde het daarna .
Onze God wil niet dat we mensen voortrekken omdat ze familie zijn of een beter voorkomen hebben of meer bezittingen enz. Wat dat betreft is er voor God geen onderscheid, maar God ziet het hart aan van de mens en ziet of dat zuiver is.
Onze Here Jezus Christus heeft betaald voor al onze ongerechtigheden en wij mogen zelf “het huis van God” zijn, waarin Hij woont met zijn Heilige Geest als wij Hem hebben aangenomen als onze Heer en Verlosser. Wij behoren wel dit huis rein te houden!
 In 2 Cor.6:18 en 7:1 staat geschreven:
Houdt niet vast aan het onreine en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn en gij zult mijn zonen en dochteren zijn, zegt de Here, de Almachtige.

Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling van het vlees en van de geest en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods. 

In vers 14 zien we dat Nehemia bidt tot God: Gedenk mij, mijn God, hierom en wis de weldaden niet uit, die ik aan het huis van mijn God en aan zijn instellingen bewezen heb. 

Nehemia had alles wat tijdens zijn afwezigheid mis was gelopen aan het huis van God weer in orde gebracht. Hij vroeg aan de leiders in vers 11:
Waarom is het huis Gods aan zijn lot overgelaten? Ik bracht hen weer bijeen en stelde hen op hun post. 

Onze Here God wil dat we goed voor elkaar zorgen en ieder die van God een taak heeft gekregen mag die uitvoeren met liefde en onze God zal dan die liefde nooit vergeten, want dat kunnen we lezen in Hebr.6:10

Want God is niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten en de liefde die gij voor zijn naam getoond hebt door de diensten die gij de heiligen bewezen hebt en nog bewijst. 

 Ik bid dat ik steeds door mijn leven, mijn woorden en mijn daden, Hem groot mag maken en ervoor zorgen dat ik de liefde nooit vergeet, die Hij voor mij heeft getoond en Hem in alles trachten te gehoorzamen en iedereen die op mijn pad komt, lief te hebben  zonder aanzien van de persoon, want God is dezelfde voor iedereen.

 

1 opmerking: