Gedicht: De ruïne + overdenking

De ruïne

U kwam naar onze puinhoop

en gaf ons nieuwe hoop

U ging ons herstellend voor

en gaf aan ons gehoor 

U liet Uzelf eerst verbrijzelen

Uw ganse Tempel stortte ook in

Nochtans hebt U Hem terug opgericht

Na drie dagen werd U onze tentpin 

Nu zijn wij vastgenageld aan Uw grond

U maakte met ons Uw verbond

Met liefde hebt U ons opgericht

voor Uw heilige arm zijn wij gezwicht 

Wij mogen nu dicht bij U zijn

U hebt ons getroost en gered

Onze jubelzang is ons gebed

In U zijn wij groot en toch klein 

Wij dragen nu Uw stempel

op onze nieuwe tempel

gebouwd met levende stenen

en een fundament van liefdecement 

Wij dragen nu Uw reine vaten

ons tranenwater werd veranderd

in vreugdevolle, heerlijke wijn

Wij willen voor eeuwig bij U zijn! 

n.a.v. Jes.52:7-12

Maria Segers        27 februari 2013

 

 

Bijbeloverdenking:

Leviticus 14: 33-47  Huis-regels

 

vers 45 Dan zal men het huis omverhalen, zijn stenen en zijn houtwerk en al het leem van het huis, en men zal het buiten de stad brengen op een onreine plaats.

 

Jesaja 52 : 7-12  (overdenking bij mijn gedicht!)

vers 9 Breekt uit in gejuich, jubelt eenparig, puinhopen van Jeruzalem, want de Here heeft zijn volk getroost. Hij heeft Jeruzalem verlost.

 

In Jesaja 52 vers 7 zien we direct staan dat de voeten van "de vreugdebode" lieflijk zijn.

Zij mogen vrede aankondigen en "een goede boodschap brengen". Zij verkondigen het heil voor het volk van God en roepen het uit: "Uw God is Koning".

 

Ook wij mogen juichen en jubelen omdat onze God ons verlost heeft. Hij bracht ons de goede boodschap door Zijn Zoon: de Here Jezus...maar ook wijzelf mogen boodschappers zijn van "vrede" want Jezus is de Koning geworden van ons leven en wij willen in Zijn voetsporen wandelen. Wij mogen uit "deze Wortel van het Leven" ons water putten ....zoals ik gisteren in mijn gedicht schreef in "Stille Waters"...want uit deze Wortel halen we onze kracht!

Zijn Heilige Geest is in ons komen wonen en heeft al de onreinheden eruit verwijderd. Wij mogen het huis zijn waarin Jezus wil wonen...maar Hij wil wel dat we steeds alles wat onrein is in dit huis eruit verwijderen.

In Jesaja 52 vers 11 en 12 staat geschreven: vertrekt, vertrekt, gaat uit vandaar; raakt het onreine niet aan, gaat weg uit haar midden, reinigt u, gij die de vaten des Heren draagt. Niet overhaast zult gij uittrekken en niet in vlucht heengaan, maar de Here gaat voor u heen en uw achterhoede is de God van Israël!

 

Wij mogen steeds God dankbaar zijn dat Hij naar onze ruïne is gekomen om"schoon schip" te komen maken met hetgeen werd afgebroken door onze overtredingen tegenover Hem. Maar Hijzelf heeft ons terug opgebouwd en op zijn fundament heeft Hij ons gebouwd met bouwstenen van liefde. Hij wil ons gebruiken om "een nieuw huis of nieuwe tempel" van Hem te zijn. Wij mogen levende stenen zijn en vreugdeboodschappers zijn om te spreken over de Vredevorst!

 

Ook in het stuk van Leviticus 14:33-47 wat de huis-regels behandelt zien we dat een huis dat door de melaatsheid was aangetast, moest afgebroken worden ...zowel de stenen als het houtwerk en al het leem van het huis moest buiten de stad gebracht worden op een onreine plaats! (Leviticus 14: 45)  

God wil slechts "heiligheid en reinheid"...want Hijzelf is de Heiligheid Zelf!