De Koning van de wind,
Meester over de golven,
beveelt hen stilte.
Maria Segers 17/7/2015
Bijbeloverdenking:
Marcus 6:45-52
Marcus
6: 51
En Hij klom bij hen in het schip en de
wind ging liggen.
Soms krijgen wij felle
tegenwind te verduren als we proberen om vooruit te komen.
We willen steeds ons best
doen als we van onze baas of van onze meerderen (ouders bv.) een opdracht
krijgen. Maar soms lukt die opdracht niet rooskleurig en dan tobben we ons af
om het toch maar op de juiste manier uit te voeren… en dan redden we het plots
niet meer…en dan worden we soms kwaad of moedeloos en geven het maar op.
Zo had Jezus hier een
opdracht gegeven aan zijn discipelen om (na de broodvermenigvuldiging) terug in
het schip te gaan en alvast vooruit te varen, terwijl Hij eerst nog even de
scharen wegzond en afscheid van hen nam om daarna alleen op de berg
te gaan bidden (vers 45-46).
Maar het was moeilijk geworden in hun bootje – ze kregen tegenwind - ze tobden zich af om vooruit te geraken en in de vierde nacht kwam Hij Zelf, gaande over de zee tot hen…
Maar het was moeilijk geworden in hun bootje – ze kregen tegenwind - ze tobden zich af om vooruit te geraken en in de vierde nacht kwam Hij Zelf, gaande over de zee tot hen…
...maar Hij wilde hen
voorbijgaan…en zijn discipelen herkenden hun Meester niet en meenden dat het
een spook was en zij schreeuwden luid!Ze waren geweldig verbijsterd over dit
gezicht!
…maar dan spreekt Hij
direct tot hen en zegt:Houdt moed. Ik ben het, wees niet bang! En Hij klom
direct bij hen in het schip en de wind ging liggen.
Conclusie:
Zo mogen wij ook altijd op
Hem rekenen, die de Koning en Meester is over de ganse schepping en ook over
ons. Hij bestuurt ons en als we Hem toelaten in ons schip dan kan alles tot
bedaren en stilte worden gebracht en dan zullen we ons afvragen: Wie is Hij
toch, dat de winden en de grote golven zelfs Hem gehoorzamen?
Soms wil Hij ook ons
voorbijgaan om te zien of we op Hem ons vertrouwen willen stellen en geloven
dat Hij ons wil helpen!
Als Hij spreekt of gebiedt
dan wordt alles stil, want Hij is de Almachtige. Hij is ook de Geneesheer.
Slechts de kwast aanraken van zijn kleed is reeds genoeg om van al onze kwalen
genezen te worden. (vers 56)
Ik dank de koning van de wind dat hij mij tegemoet komt als ik niet meer vooruitkom.
BeantwoordenVerwijderen