woensdag 13 november 2013

Gedicht: De geroepene en een bijbeloverdenking


Geroepene

De adem en de gloed
van het uitgesproken Woord
De wind die het evangelie draagt
tot waar en tot wie dan ook – ben jij 

de uitgekozen geroepene
die mag ondervinden door geloof
in het inspiratiewonder dat Hij geeft
door Zijn Heilige Geest dat Jezus leeft 

Zijn geestdrift en Zijn kracht in ons
voert ons mee op Zijn paden van trouw
en gaande in Zijn voetsporen bemerken we
in onze volgzaamheid hoe waardevol het leven is 

en bidden dat wij blijven geloven
in Hem die wij nooit hebben gezien
en door Zijn genade en door Zijn bloed
overvol blijven van liefde en gemeenschap 

met Hem die onze God
en onze broeder is 

Maria Segers                          6 augustus 2013



Hierbij een bijbelse overdenking :



woe. 13 november  2 Kon.4:8-37   De blijde boodschap

vers 13 : En hij (Elisa) zeide tot Gehazi (zijn knecht): Zeg tot haar: zie, gij hebt u voor ons al die moeite getroost; wat kan er nu voor u gedaan worden? Is er iets waarover ik voor u tot de koning of tot de legeroverste kan spreken? Maar zij antwoordde : Ik woon te midden van mijn familie.

Dit Bijbelgedeelte spreekt over een welgestelde vrouw die een hart heeft voor God, maar tegelijkertijd geeft van haar rijkdom aan haar naasten.

Ze is zeer gastvrij en nodigt een heilige man Gods: Elisa uit, telkens als hij op doorreis is, om bij haar te komen eten. Later zien we zelfs dat ze een speciale kamer voor hem laat metselen, waar hij dan tot rust kan komen en schenkt hem bovendien het nodige materiaal wat daar zo nodig voor is:. een bed, een tafel met stoel en een kandelaar in een bovenkamer .
 

 Al deze dingen zijn ook voor ons als christenen van belang, want wij weten dat ook Jezus onze plaats aan het bereiden is bij Zijn Vader in de hemelen, daar wordt ook nu reeds alles in gereedheid gebracht tot de dag dat Hij terugkeert , opdat wij zouden zijn waar Hij nu is is…Hij verlangt ernaar om met ons samen te zijn. Hijzelf had Zelf ook alles in een bovenvertrek laten klaarzetten, ja alles was gereed om samen met  zijn apostelen “ het laatste avondmaal” te nuttigen voor Hij naar het kruis ging. Zelf gaf Hij Zijn lichaam en Zijn bloed, opdat er vergeving van zonden kon plaatsvinden…Hij ging daarvoor als een Lam van God naar de “slachtbank”! Hij stierf om ons te redden! Nog steeds drinken en eten wij tot op de dag van heden: wijn en brood ter nagedachtenis van “HET OFFER” dat Hij voor ons bracht.

Wij komen ook niets te kort: want Hij woont nu Zelf te midden van Zijn familie. Hij woont in ons hart met Zijn geest en waar twee of drie in Zijn Naam verenigd zijn, is Hij in hun midden.
Wij mogen met Hem zitten rond zijn tafel en Hij is ons Licht op ons pad. Hij schenkt ons rust en al onze zorgen mogen we bij Hem brengen...Hij is onze "vrede". Hij is onze Goede Herder...mij ontbreekt niets ...zegt psalm 23!

Wij hebben Jezus die “de koning” is over ons leven en Hij bidt en pleit voor ons bij Zijn Vader in de hemel ten goede als wij door de tegenpartij worden aangeklaagd. Ook Zijn Helper, Onze Trooster: De Heilige Geest die bidt en die pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.
Onze God is ook niet onrechtvaardig en zal ons ook willen belonen voor de werken, die we voor Zijn heilige naam en voor de heiligen hebben getoond.

Wij zien in het Bijbelgedeelte dat de Sunamitische vrouw kinderloos was en dat haar man al oud was…maar toch belooft Elisa haar een zoon als loon voor haar goede daden…en die krijgt ze dan ook een jaar later na deze belofte .
Maar deze sterft reeds op jonge leeftijd in haar armen! Ze onderneemt nochtans meteen actie! Ze panikeert niet direct, maar is vol “VERTROUWEN” dat het allemaal toch nog goed kan komen! Hoe merken we dat?

1) Ze draagt hem eerst naar boven en legt hem op het bed van de man Gods (van Elisa dus).

2) Ze gaat naar buiten naar haar man, die buiten aan het werk is,  en zegt: “Zend mij één van uw knechten met een ezelin, want ik wil mij naar de man Gods spoeden en dan terugkomen”.

3) Ze stelt haar man gerust ,die zich natuurlijk afvraagt waarom zij nu precies naar de man Gods wil gaan! Zij laat hem hier dus nog niet weten dat haar zoon was gestorven op haar schoot! Zij wil hem dus niet nodeloos ongerust maken.

4) Zij zei tegen haar knecht dat hij vlug door moest rijden en de ezel moest aandrijven!

5) Als ze aankomt op de berg Karmel ziet Elisa haar en dan stuurt deze eerst zijn knecht Gehazi die naar haar welstand en die van haar man en kind moet vragen. Ze stelt ook deze knecht gerust en zegt dat alles wel is!

6) Maar als ze bij Elisa zelf aankomt, grijpt ze hem bij zijn voeten! Elisa merkt meteen dat ze bitter bedroefd is…maar Elisa vond het wel eigenaardig dat God dit voor hem verborgen had gehouden! (Voor ons is dat weer een les: wij hoeven niet altijd alles te weten, want God heeft met alles een plan…wij mogen weten dat alles altijd meewerkt ten goede, wat dit ook moge zijn!)

7) Zij komt wel terug op het feit dat ze niet om een zoon heeft gevraagd maar ze voelde zich nu wel “misleid”.

8) Elisa zegt daarop wel direct aan zijn knecht: Omgord uw lendenen, neem mijn staf in uw hand en ga op weg! (dit doet me sterk denken aan de geestelijke wapenuitrusting die ook wij moeten aandoen, als we door de duivel worden misleid…ons omgorden met de waarheid, de staf van De Goede Herder in onze handen nemen, op weg gaan om “de blijde boodschap” te brengen!)

9) Zij wilde niet wijken van de zijde van Elisa en zij wilde dat hij haar volgde naar haar huis.

Daarna lezen we dat Gehazi (de knecht van Elisa) voorop gaat en in het huis gekomen de “staf” legt op het gelaat van de dode, jonge knaap…maar er kwam geen geluid en geen teken van leven was er merkbaar.

Daarna zien we dat Elisa het huis binnengaat en hij sluit de deur achter zich en de dode jongen en bid dan tot de Here! (weer een mooi beeld voor ons: God zegt ons ook in onze binnenkamer te gaan, de deur achter ons te sluiten en dan onze zorgen daar bij Hem te brengen en God, die ons in het verborgene ziet, die zal ons schenken wat wij nodig hebben)

Daarna zien we dat Elisa de dode jongen verwarmt en boven op hem gaat liggen en een soort mond op mond beademing toepast ( Gods adem is ook nodig om leven te kunnen hebben!)

Daarna gaat Elisa naar beneden en nog eenmaal het huis op en neer en dan keert hij weer terug naar boven en doet nog eens dezelfde handeling als in het begin en dan gebeurt het:

Er kwam geluid uit de jongen: hij niesde zevenmaal.
Er was nu wel een teken van leven te bespeuren: hij opende zijn ogen! 

De Sunamitische vrouw werd nu geroepen en zij was natuurlijk dolgelukkig en toonde dit door zich aan de voeten van Elisa te werpen. Zij nam haar zoon op en ging heen! 

Gebed: Dank U wel Heer, dat Uw Zoon ons heeft opgenomen in Zijn armen en dat wij zo naar anderen mogen gaan vertellen wat U in ons leven hebt gedaan, want U gaf ons ook het “eeuwige leven” en U opende daarvoor ook onze ogen…wij kunnen u zien met onze geestelijke ogen…wij weten dat U dood bent gegaan om ons het leven te geven… U verdreef voor ons de grootste vijand van de mens: “de dood” want u hebt openlijk de boze machten ontwapend en zo over hen gezegevierd aan het kruis…want U bent terug levend geworden en wij mogen ook verder “beademd” worden door Uw Heilige Geest en zo de “blijde boodschap” uitdragen naar de anderen om ons heen!

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten