Psalm 109: bijbelse overdenking

Bijbelse overdenking:

za. 23 nov. Psalm 109  Goed en kwaad

vers 4: tot loon voor mijn liefde weerstaan zij mij

            maar ik ben één en al gebed!

Deze psalm is geschreven door David van wie zijn hart doorwond was in zijn binnenste (vs.22). Hij was op de vlucht voor zijn tegenstanders. God had hem echter als een herder vanachter zijn schapen gehaald omdat Hij hem als koning wilde over zijn volk. Nochtans ging dat niet allemaal van een leien dakje en hij moest vele jaren vluchten voor zijn tegenstanders . Hij werd door velen gehaat, zelfs door zijn eigen broers. Hij was een man naar Gods hart. Nochtans heeft hij geen zondeloos leven geleid, maar hij ging met al zijn zonden en zorgen wel naar God toe en bad veel en had ook steeds oprecht berouw. Hij oefende nooit zelf wraak uit over zijn tegenstanders, maar gaf alles steeds over aan Hem, die rechtvaardig oordeelt. David was dertig jaar als hij koning werd.

David doet me denken aan Jezus, die ook als dertigjarige in het openbaar leven optrad. Hij is de Koning der koningen…maar ook Hem hebben ze gehaat en Hij had eveneens veel tegenstanders. Jezus wordt ook wel in de bijbel “de Zoon van David” genoemd, maar Jezus was natuurlijk niet echt de Zoon van David, want dat was Salomo…maar Jezus was ook wel een man naar Gods hart. Hij was zelfs Gods welbeminde Zoon, in wie Hij al Zijn welbehagen had…want de Heer Jezus heeft nooit ook maar één zonde gedaan! Hij was “DE GOEDE”.

Wat een mens zaait, zal hij ook oogsten!

Wie een put graaft voor een ander, zal er uiteindelijk zelf in vallen! 

David ging naar God en bad voor zijn tegenstanders.

Jezus bad ook voor zijn tegenstanders en riep uit aan het kruis:

Vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen!

En wij mogen nu met onze wraakgevoelens ook naar Jezus gaan!

Jezus zit nu aan de rechterhand van de Vader en daar bidt en pleit Hij nu nog steeds voor ons als we worden aangeklaagd door “DE KWADE”. 

Jezus droeg onze straf op het kruis.

Hij werd daar gehangen tussen twee misdadigers, alsof Hijzelf een misdadiger was.

Hij werd daar voor ons “de vloek”.

Hij heeft daar onze zonden op Zich genomen.

Hij versloeg daar “de tegenstander”.

Op het kruis heeft Hij al de boze machten “ontwapend” en openlijk over hen “gezegevierd”.

Men hing een bordje boven zijn kruis waarop geschreven stond:

Jezus, de Nazoreeër, de Koning der Joden (Joh.19:20)

Hij was Het Lam dat al onze zonden op Zich nam!

Hij heeft de muur weggebroken die tussen God en ons stond.

Hij heeft de dood overwonnen.

Hij is terug opgestaan uit de dood.

HIJ IS HET LEVEN!

HIJ OVERWON HET KWADE!

HIJ IS DE GOEDE!